Actie!
Als licht, camera en geluid in orde zijn, dan is het eindelijk tijd voor actie. en wanneer je nog niet eerder hebt gefilmd, is enig advies vooraf wellicht handig om beginnersfouten te voorkomen.
Kijk in de lens
In een film is het absoluut uit den boze om in de lens te kijken, maar voor vloggers is dat een heel ander verhaal. Mensen voelen zich juist veel meer betrokken met de vlogger als die tijdens het vertellen van zijn verhaal in de lens kijkt. Als je een persoonlijke band wilt opbouwen met de bezoekers van je YouTubekanaal is dit dus zonder meer een aandachtspunt tijdens de opnamen. En hoewel dit eenvoudig klinkt valt dit in de praktijk nog niet mee.Vooral niet met camera’s die een kantelbaar videoscherm bieden. Schermen hebben onbewust een grote aantrekkingskracht op mensen, maar laat je dus niet verleiden. Controleer het beeldkader voordat je gaat filmen en probeer om zo nu en dan onopgemerkt naar het videoscherm te spieken.
Vertel een verhaal
Wat voor type videokanaal je ook hebt, je video wordt altijd interessanter wanneer je hierin een verhaal vertelt. Hoe klein de verhaallijn ook is, een video met een kop, romp en staart zorgen dat de kijker niet voortijdig afhaakt. Een spanningsboog draagt ertoe bij dat de kijker benieuwd is hoe het afloopt. Vertel bijvoorbeeld aan het begin van de video dat je een bepaalde activiteit zal laten zien, of dat je bij iemand op bezoek gaat voor een interview.
Ook wanneer je niet altijd kunt plannen wat er tijdens de opnamen zal gebeuren, is het noodzakelijk de verhaallijn in het oog te houden. Denk hierbij associatief en speel in op gebeurtenissen tijdens de opnamen. Als je iemand filmt die vertelt over zijn liefde voor oldtimers, vraag diegene dan of hij zelf oldtimers heeft en of je die dan mag komen bekijken. Zodra je leert een verhaal te herkennen, dan vertelt het verhaal zichzelf. Jij hoeft het ‘alleen’ maar vast te leggen.
Gebruik een script
Sommige vloggers zijn vlot gebekt en spreken hun verhaal zonder horten en stoten in zodra de camera aanstaat. Maar deze gave heeft helaas niet iedereen. Misschien is het gebruik van een script– hoe summier dan ook – in dat geval toch beter. Een script klinkt misschien heel gewichtig, maar zelfs een paar bierviltjes of indexkaartjes met hierop wat steekwoorden of korte teksten helpen je al om overzicht te houden op de inhoud van je video. Een uitgewerkte tekst op een A4 mag natuurlijk ook, maar met losse indexkaarten voorkom je dat je iets vergeet of twee keer vertelt. En dat gebeurt gegarandeerd als je shots (te) vaak opnieuw moet opnemen. Schaam je niet, de meest ervaren tv-presentators gebruiken kaartjes.
Voldoende beeldmateriaal
Film voldoende beeldmateriaal. Niet te veel, want je moet het ook allemaal weer bekijken om bruikbare beelden voor de montage te vinden, maar film ook zeker niet te weinig. Als je op locatie filmt, zorg dan ook voor voldoende omgevings- en sfeerbeelden, de zogenoemde ‘B-roll’. Dergelijk beeldmateriaal kun je tijdens de montage gebruiken om bijvoorbeeld een interview, een treinreis, of een concertregistratie te voorzien van interessante tussenshots. Dergelijke beelden kun je later goed gebruiken om een verhaal te verrijken, of om delen uit de hoofdopname te kunnen overslaan zonder dat de kijker dit doorheeft. Zorg dus voor voldoende beeldmateriaal.
Film altijd langer dan nodig
Zorg dat de videobeelden niet te kort zijn, want je kunt die achteraf altijd nog zelf inkorten. Er achteraf nog extra beeldmateriaal aanplakken is minder eenvoudig, zo niet onmogelijk. Het is daarom beter om altijd minimaal vijf seconden vooraf te filmen voordat je werkelijk begint. Film vervolgens aan het einde van het shot ook minimaal vijf seconden door. Allereerst draait de camera dan als er onverwacht iets gebeurt en bovendien komt de extra lengte na het shot van pas bij de montage als je beeldovergangen wilt gebruiken, zoals overvloeien of in- en uitfaden.
Scherpe beelden
Als je een bepaald dramatisch effect voor ogen hebt, kan een onscherpe voor- of achtergrond interessante beelden opleveren, maar doorgaans heb je toch het liefst dat al je beeldmateriaal haarscherp is. Als je op locatie filmt is het namelijk waarschijnlijk niet meer mogelijk de beelden opnieuw te maken. En ook na een interview willen mensen beslist niet krijgen te horen dat ze alles opnieuw moeten vertellen door een technisch mankement. Zorg daarom dat de automatische scherpstelling van de camera goed staat ingesteld. Experimenteer hier van tevoren mee als je de functies van de camera nog niet goed beheerst.
Monteer in de camera
Mensen die niet erg veel ervaring hebben met het monteren van videobeelden doen er goed aan zo veel mogelijk ‘in de camera’ te monteren’. Hierbij film je alle benodigde shots en scènes in chronologische volgorde, zodat je achteraf eigenlijk nauwelijks nog iets hoeft te doen. Bij deze aanpak is het wenselijk om mislukte opnamen direct van de camera te verwijderen. Zelfs met beperkte kennis van videobewerkingssoftware is het een koud kunstje om dan achteraf een introfilmpje, beeldovergangen, titels en muziek toe te voegen.
Verwijder foute opnamen
Als je gelijk al weet dat een opname niet goed is of dat je hem niet zult gebruiken, verwijder deze dan direct van de camera. Dit scheelt niet alleen veel schijfopslag op de geheugenkaart, maar het zorgt er tevens voor dat alle videobeelden sneller geïmporteerd worden op de computer. De vaste schijf van de computer raakt hierdoor ook nog eens minder snel vol.
Laat de camera eens los
Om meer vaart te geven aan je verhaal of om stopwoordjes te verwijderen, kun je bij de montage gebruikmaken van zogeheten ‘springers’, ook wel jump cuts genaamd. Hierbij laat je delen uit dezelfde opname weg waardoor het beeld verspringt. Soms lijken de beelden te veel op elkaar om deze truc uit te halen. Je kunt dan een abruptere overgang maken. Door bijvoorbeeld op een andere plek te gaan staan en door te gaan vanaf het moment waar het mis ging. Als je een dergelijke opname niet hebt gemaakt, kun je dit achteraf bij de montage ook nabootsen, door in te zoomen op het beeld of het te spiegelen. Spiegelen van het beeld is niet aan te raden als er teksten of beeldmerken in de opname zichtbaar zijn.
Benut de achtergrond als decor
Het is belangrijk dat de kijker niet wordt afgeleid door de achtergrond. Niet alleen een rommelig huis, maar ook huisdieren of mensen op de achtergrond kunnen de kijker afleiden of de aandacht doen verslappen. Overigens kan ook het meest opgeruimde huis nog afleiden. Meubels, kleurvlakken en dergelijke zorgen ervoor dat de kijker overal naar kijkt behalve naar het hoofdonderwerp.
Als je een vaste locatie of kamer gebruikt voor je video’s is het wellicht een idee hier een vaste lichtopstelling voor te maken en ook permanente decoratie te gebruiken. Niet alleen zorgt dit voor de herkenbaarheid van jouw video’s, maar het maakt de video ook veel persoonlijker. Als je voorwerpen (props) toevoegt aan je decor is het zinnig dat ze passen bij het onderwerp van je YouTube kanaal en je doelgroep.
Meer tips en trucs vind je in het boek Ontdek Vloggen dat je hier kunt bestellen!